Het is zomer en warm. Ik zie haar zitten, beneden op de bank. Ze wacht, zoals ze al zoveel heeft gewacht in haar leven. Als ze binnen komt, kan ik nog net vragen of ze koffie wil. Ja, dat lust ze wel. Ze is boos.
‘Waarom leef ik nog? Waarom laat God me zo lijden? Ze hebben me hier weg gestopt en ze doen niets, niemand helpt mij!’
Ik ben er even stil van. Ze begint te huilen. En ik blijf stil. Ik ken haar nu bijna een jaar en in mij wordt het ook stil. Ik vind het zoeken en balanceren
Ze doet iets met alle mensen om haar heen. Haar familie raakt verdeeld, artsen zoeken naar oplossingen door onderzoeken en medicijnen, begeleiding zoekt naar afleiding en oplossingen in activiteiten…en het is allemaal nodig…alleen het wordt niet minder.
De pijnen verplaatsen zich, de activiteiten zijn niet goed of lukken niet..etc.
Ik luister en probeer me in haar te verplaatsen. Ze heeft lang met haar familie gewoond. En nu binnen een instelling, heb je een beperking… waarschijnlijk al je hele leven, maar het ging met hulp van mensen om je heen… en nu wil je niet wonen tussen mensen met beperkingen…
Je roept, dat je je leven terug wil en niet wil leven zo. Je (h)erkent je beperking niet. Veel verlies, veel leed, gemis en pijn…
‘Niemand helpt me.’ Dat zegt ze veel en met haar vele anderen. En jij doet ook niets, zegt ze tegen mij. En toch blijft ze komen.
Ik erken dat ik niet veel doe en niemand doet wat zij wil.
Ik erken ook dat dit naar is, alleen en pijnlijk. Samen kijken we naar wat ze zo mist…en waar ze van heeft gedroomd…wat ze verwacht…
Ze blijft komen, omdat, zo ze zelf zegt, er even iemand luistert die mijn pijn niet wil oplossen, maar gewoon koffie geeft.
Ze blijft komen, omdat er even iemand luistert die mijn pijn niet wil oplossen, maar gewoon koffie geeft.
Een bijzonder vak is het. Het blijft raken hoeveel mensen kunnen dragen aan verdriet, hoe groot het soms kan zijn en bijna niet meer te dragen.
Een andere vrouw, zeer creatief. Ze gaat letterlijk gebukt onder haar verdriet. Ze heeft pijn in haar nek en schouders. We hebben haar verdriet samen getekend, een groot blok beton, scherp en niet te tillen.
Elke keer als ze komt hakken we er figuurlijk een heel klein stukje af. Ik vraag aan haar welke kleur het heeft, welke vorm en langzaam komen we bij waar het voor staat.
Het wordt minder scherp, zwaar en de kleine stukjes mogen een plaats krijgen in een andere tekening met de woorden er bij. Zo heel rustig wordt het grote blok beton kleiner en krijgt het kleur, aandacht en een plaats.
Verdriet, pijn, angst, boosheid…het hoeft niet opgelost, niet weg, het hoort bij ons. Het moet ons alleen niet plat drukken, te zwaar belasten. Dan is het mooi, als we het in tekeningen, muziek, stilte neer kunnen zetten en er naar kijken, zodat het Lichter wordt
Door Caroline Bezemer
Caroline Bezemer is geestelijk verzorger bij Abrona in Huis ter Heide en gespreksleider moreel beraad.
Mooi Carolien.