Op 5 oktober 2017 heeft Harry Kunneman afscheid genomen van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) waaraan hij als hoogleraar sociale en politieke theorie verbonden was. Ter gelegenheid van zijn afscheid schreef Denise Robbesom een boekje waarin zij Kunneman nog eens de gelegenheid biedt de ontwikkeling van zijn belangrijkste ideeën uiteen te zetten.

Kunneman speelde na de oprichting van de UvH van meet af aan een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een wetenschappelijk fundament voor het humanistisch raadswerk en bij de verwetenschappelijking van de studie humanistiek. Door zijn werk is hij niet alleen bekend binnen de kring van het humanisme. Zijn boek “Voorbij het dikke ik” kreeg landelijke bekendheid. Ik vermoed dat ook geestelijk verzorgers van een andere signatuur kennis hebben genomen van zijn werk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan termen die hij heeft gemunt zoals de ‘trage vragen’ en de ‘normatieve professionalisering’. Voor wie werkt binnen de sector van geestelijke verzorging en zingeving kunnen zijn gedachten over dit werk nog steeds verhelderend zijn.

Het boekje dat Robbesom schreef in samenwerking met Kunneman is opgezet als een soort vraag- en antwoordspel. Verwacht geen kritische dialoog. Deze publicatie biedt Kunneman nog eens de gelegenheid de grote lijn van zijn denken en de ontwikkelingen die zijn denken heeft doorgemaakt uiteen te zetten. Wij lezen over zijn biografie, over zijn interesse voor het werk van Marx en Habermas, waaruit al zijn betrokkenheid op de samenleving blijkt, het afscheid van Habermas via de postmoderne denkers, over zijn gedachten rond humanisme en humanistisch raadswerk en de publicaties waarin hij kritisch reflecteert op de maatschappelijke ontwikkelingen.

Voor degenen die zijn werk kennen uit colleges of boeken zal deze publicatie daarom niet veel nieuws bevatten. Voor wie zijn werk niet kent, kan het boekje dienen als een sympathieke kennismaking en als een stimulans om zich alsnog in zijn belangrijkste publicaties te verdiepen. Pure theorievorming is niet de inzet van zijn werk. Omdat hij zich van meet af aan interesseert voor maatschappelijke ontwikkelingen, voor het humanistisch raadswerk en het tot zijn leeropdracht behoort het wetenschappelijk fundament daarvan te versterken is en blijft zijn werk ook steeds verbonden met de praktijk en met de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen die de context van die praktijk vormen. Getuige ook zijn publicaties: Van theemutscultuur naar walkman-ego (1996), Postmoderne moraliteit (1998) en Voorbij het dikke-ik (2005).

Filosofie is geen l’art pour l’art voor Kunneman: “Want filosofie moet helpen de wereld te veranderen.” (71) Het zou een parafrase kunnen zijn van de bekende uitspraak van Marx: “De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen.” (Marx, Stellingen over Feuerbach 1845, in De Groene Amsterdammer, 5 juli 2018, jaargang 141/27). In ditzelfde nummer van De Groene Amsterdammer schrijft Jaap Tielbeke over het ecomarxisme. Het kan niet toevallig zijn dat Kunneman aangeeft bezig te zijn met een nieuw boek over kritisch humanisme waarin aandacht voor ecologie en humanisme een centrale plaats innemen.

Dit boekje biedt de mogelijkheid de kritische ontwikkeling van zijn denken via Marx, Habermas en de postmoderne denkers zoals Foucault te volgen. Een kritisch bevragen had deze publicatie spannender kunnen maken en meer diepgang kunnen geven. Voor wie als geestelijk verzorger, raadslid of zingevingsprofessional werkzaam is, kunnen zijn gedachten en inzichten nog steeds verhelderend en stimulerend zijn.

 

Door Willem Putman

Willem Putman is gepensioneerd ziekenhuispastor, supervisor en praktisch theoloog. 

Literatuur

Robbesom, Denise (2017) ‘Werken aan trage vragen’ De woorden van Harry Kunneman. ISVW Uitgevers, Leusden.