De dagen worden al iets langer, maar het is nog echt winter. En toch op een bankje zit een vrouw. Ze is niet jong meer, haar rollator staat voor haar. Bovenop de rollator staat een koektrommel. Het deksel zit er schuin op. Ik ga even naast haar zitten.
‘Het is nog wel koud, zo hier op het bankje’, zeg ik. Ze houdt haar hoofd naar beneden en zegt: ‘Ik ga daar nooit meer naar binnen. Ze kunnen neervallen. En vooral zij, zij altijd, zij snapt niks, ze is …’.
Ze is boos, heel boos.
Ik vraag voorzichtig: ‘Wat is er gebeurd?’. Ze begint te huilen: ‘Het heeft allemaal geen zin. Ik doe zo mijn best, maar ze snappen het niet….Wil jij een koekje?’ Ik knik, want ik begrijp inmiddels dat dit allemaal wel eens met deze koekjes te maken zou kunnen hebben.
‘Heb je ze zelf gebakken?’ Haar gezicht gaat open. ‘Ja, dat deed ik vroeger altijd, toen ik nog getrouwd was bakte ik altijd koekjes voor mijn man…als we wat vierden. En dan zette hij koffie en als de koekjes nog warm waren, gingen we samen lekker koffie drinken, met een koekje.’
‘Heb je nu ook iets te vieren?’
‘Ja, hij zou jarig geweest zijn. Maar hij is al lang dood, hoor. En nu woon ik hier en snappen ze er niets van. Ik had een eigen huishouden en dat ging best goed. Samen met mijn man. Maar alleen ging het niet, ik zorgde niet meer goed voor mezelf en niet voor het huis. Ik vond het zo zinloos. En toen moest ik hier gaan wonen, maar ik kan nog wel veel zelf.’
Ze vervolgt, ‘Dat rot mens, begrijpt het niet. Ik mag niets, ik ben te dik en mag geen koekjes, zegt ze. Dat weet ik zelf ook wel, ik ben geen klein kind. Ik weet heus wel, dat ik te dik ben, daarom had ik ze ook meegenomen om uit te delen bij de koffie. Nu eet ik ze allemaal zelf op of wil jij er nog een?’
‘Ze zijn erg lekker,’ antwoord ik, ‘maar ik stop nu even. Wilt u iets vertellen over uw man?’
Mevrouw vertelt over haar man, die ouder was dan zij en met wie ze het goed heeft gehad. Ze woonde samen en ze hadden af en toe wat begeleiding. Mevrouw wist wel dat ze een beperking heeft, maar het ging toen aardig goed. Al hadden ze ook graag kinderen gehad, maar dat kon niet. Ze hielden wel heel veel van elkaar. Er komt weer wat licht in haar ogen, de boosheid zakt.
‘Wil je een keer een foto van hem zien? En een foto van ons huis?’
We praten zo samen over haar leven, hoe het was en hoe het nu is…Het geeft ruimte en weer zin om verder te gaan.
We lopen samen met koektrommel naar de dagbesteding, naar de mevrouw waar ze zo boos op was. Er is koffie en ze deelt de koekjes uit.
Het verhaal gaat verder, haar levensverhaal. Een verhaal, waarin donker en licht elkaar af wisselde.
Zin geeft het als je gezien wordt en je verhaal erkend. Soms zit het in een koekje.
Door Caroline Bezemer
Caroline Bezemer is geestelijk verzorger bij Abrona in Huis ter Heide en gespreksleider moreel beraad.
Recente reacties